Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Gij, o God! zult [52]die doen nederdalen in den put des verderfs; de [53]mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen. 52. Te weten, de voorzeide goddelozen. 53. Zie hfdst.5 vs.7. 54. Hebr. halven, of halveren; dat is, zij zullen een ontijdigen dood sterven. Verg. Job 15:32, en Job 22:16, en onder hfdst.58 vs.9,10, en hfdst.102 vs.24,25; Spreuk.10:27; Pred.7:17.